Home » Lichtenvoorde » Reddingsactie karpers uit Harreveldse veengoot

Reddingsactie karpers uit Harreveldse veengoot

463

HARREVELD – Karpers, snoeken, zeelten, brasem en voorntjes uit de Harreveldse Veengoot zijn voorlopig gered. Op de zaterdagochtend boden zich steeds meer mensen aan om samen met zo’n vijftien leden van hengelsportvereniging Rietvoorn klaar om vissen te redden die naar zuurstof zaten te happen. Uit de Harreveldse Veengoot zijn gedurende de dag enkele tientallen grote karpers en enkele snoeken met schepnetten uit de bijna opgedroogde beek geschept en overgebracht naar het onlangs uitgegraven retentievijver bij Vragender. Ook werden er bakken met andere soorten en jonge visjes overgezet naar de nieuwe omgeving.

Het initiatief voor de reddingsactie lag bij Coen Raben die langs de Veengoot regelmatig zit te vissen. “Ik wist dat er grote, mooie karpers zaten, maar dat er zulke grote karpers zwommen niet. De karpers hebben hebben het moeilijk”, zegt hij als hij er een spiegelkarper van vijftien kilo met een schepnet eruit vist. Raben deelt zijn zorgen over de vissen in het water. “Het is voor het eerst dat dit gebeurt. Ik heb nog niet meegemaakt dat de beek die het eerste volloopt op grote stukken droog gevallen is. Hier kun je niet meer vissen. Het duurt twintig tot veertig jaar voordat een karper groot is.. Ze planten zich nauwelijks tot niet voort. We zijn dan jaren verder.”

Oproep donateurs
De keuze de vissen naar de retentievijver bij Vragender over te brengen is dat het water er kraakhelder is en voldoende is. Daar is een wel. Raben: “We brengen ze bewust niet over naar het viswater van de Rietvoorn in de Schans. Je kunt nooit weten of er ziektes overbrengt.” De retentievijver is net aangelegd, er groeit nog weinig dat als voedsel kan dienen voor de karpers en de andere vissen. “We moeten gaan bijvoeren, anders gaan ze het alsnog niet redden. We hebben boilies (visaas), maar hondenbrokken of maïskorrels, stukjes brood eten ze ook. Daarom onze oproep voor sponsoren die ons willen helpen met kosten voor het voer.”