18 april 2024
Home » Boekuitgave draagt vaker bij aan herstel historische buitenplaatsen

Boekuitgave draagt vaker bij aan herstel historische buitenplaatsen

216

Logo Scherpinbeeld

Ontdek het verleden van Groenlo

Duik in een rijke verzameling van meer dan 8.000 foto’s en films. Elke dag wordt een nieuwe oude foto toegevoegd. Deel jouw herinneringen bij elke foto!

Bekijk de collectie

BREDEVOORT/GROENLO – Schrijvers van cultuurhistorische boeken hebben in het verleden vaker bijgedragen aan het herstel van cultuurhistorische buitenplaatsen. In Groenlo was dat Joep van der Pluijm met zijn boek over de circumvalatielinie. Het herstel en de bewaring van de Grolse Linie kwamen in een stroomversnelling. Aaltenaar Hans de Graaf deed dat vorige week tijdens de boekpresentatie over de verdwenen kloosteromgeving ‘t Schaer tussen Bredevoort en Vragender. De schrijver riep op tot herstel van deze bijzondere buitenplaats. Bij de boekpresentatie in de St. Joriskerk in Bredevoort waren de commissaris van de Koning, Clemens Cornielje en burgemeester Bert Berghoef aanwezig.

Het klooster van de kanunniken van Windesheim, gelegen aan wat nu de as kloosterdijk-pastoorsdijk is, ging ten onder nog voordat de Tachtigjarige Oorlog ten einde kwam. Het gebied in het oostelijke deel van de Achterhoek was vergeven aan troepen soldaten, huurlingen onder Staats of Spaans bevel die al plunderend en afpersend rondtrokken. Van het klooster eisten zij eten en grondstoffen. De omliggende boeren kwamen om van armoede en honger. Dit werd ook de ondergang van het klooster. De tijd van de reformatie brak aan.

“De leemvijvers, de schans waar kluizenaars zich terugtrokken om zich te bezinnen, zijn nog aanwezig.” Ook toonde Hans de Graaf meerdere malen aan dat de geschiedenis zich herhaalt. Hij vertelde over een heroriëntatie in religie en bezinning in die tijd op basis van een in Keulen gevonden schets van het klooster met de voorzieningen.
De aanwezige commissaris van de Koning, Clemens Cornielje die het eerste boek van burgemeester Bert Berghoef in ontvangst nam, zei dat de provincie dit graag te willen omzetten in een cultuur historisch, toeristisch product, maar dat vooralsnog de financiële middelen vanuit Arnhem ontbreken.