Home » Regionaal » Bovenregionale samenwerking Cohortverzorging 

Bovenregionale samenwerking Cohortverzorging 

204

Aveleijn, De Twentse Zorgcentra, Estinea, InteraktContour en De Lichtenvoorde hebben bovenregionale samenwerkingsafspraken gemaakt.  Deze zorgorganisaties stellen sinds 20 april 2020 locaties open voor cohortverzorging voor mensen met hersenletsel, of een verstandelijke en lichamelijke beperking in de regio Twente en Oost-Achterhoek.

Er zijn criteria geformuleerd om te bepalen wie of waarom iemand in aanmerking komt voor  bovenregionale cohortverzorging. Deze verzorging is in eerste instantie voor cliënten van de hierboven genoemde zorgorganisaties. Indien noodzakelijk kunnen ook coronapatiënten van andere organisaties in de regio’s Twente en Oost Achterhoek verwezen worden door de huisarts naar deze bovenregionale cohort locaties.

Locaties cohortverzorging
Sinds 20 april 2020 zijn de locaties de Schalm van De Twentse Zorgcentra en de Klokkenbelt van InteraktContour in Almelo operationeel. Ook gebouw Akkerstaf in Enschede van Aveleijn en een locatie van De Lichtenvoorde in Halle zijn ingericht voor cohortverzorging. 

Medische ondersteuning
De medische verantwoordelijkheid ligt bij het artsenteam van de betreffende zorgorganisaties. Als er geen eigen artsenteam beschikbaar is, werken de locaties met één huisarts per locatie. 

Samenwerking
Annamiek van Dalen, raad van bestuur De Twentse Zorgcentra vertelt: “Sterk aan deze bovenregionale samenwerking is dat we met een aantal zorgaanbieders afspraken hebben gemaakt over het beschikbaar stellen van cohortverzorgafdelingen. Het is een besluit dat we voor de veiligheid van cliënten en medewerkers hebben moeten nemen. Het spreekt voor zich dat iedere organisatie zich maximaal inzet voor de best mogelijke zorg voor de cliënten en dat medewerkers hierin zo goed mogelijk begeleid en gesteund worden.”
Beatrijs van Riessen, raad van bestuur Estinea: “Het is mooi om te zien hoe organisaties elkaar vinden in deze periode. Door krachten te bundelen en samen te werken, kunnen we ons maximaal inzetten voor de zorg naar cliënten.”