Home » Regionaal » Kaalslag dreigt op het platteland

Kaalslag dreigt op het platteland

301

Stichting Stimuland is zeer bezorgd over de aangekondigde plannen van de ministers Staghouwer van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Van der Wal voor Natuur en Stikstof. De impact van deze plannen op de agrarische sector en leefbaarheid van het platteland is te ingrijpend.

Teveel focus op de landbouw
Niet alles kan meer overal. Alle sectoren, of het nu gaat om industrie, bouw, mobiliteit of landbouw, moeten zorgen dat hun activiteiten passen binnen de draagkracht van het (landelijk) gebied. Ingrid Jansen directeur van Stimuland vindt het dan ook onbegrijpelijk dat de voorgestelde maatregelen alleen zijn gericht op de landbouw. ‘Het is voor ons onverteerbaar dat er pas vanaf 2023 richtinggevende doelen worden gesteld voor andere sectoren zoals mobiliteit en industrie. Dit doet geen recht aan het uitgangspunt van het coalitieakkoord dat alle sectoren evenredig moeten bijdragen. Dit zien boeren ook. Dit draagt daarom niet bij aan het draagvlak voor het beleid. Los gezien van het (geopolitieke) belang wat de landbouw heeft in de voedselvoorziening en leefbaarheid van het platteland’, aldus directeur Ingrid Jansen.

Impact leefbaarheid
Stichting Stimuland is extreem bezorgd over de impact van de stikstofplannen op de leefbaarheid van het platteland omdat met een kaalslag onder boeren verarming dreigt van het platteland. Jansen: ‘De voorgestelde stikstofplannen trekken het landelijk gebied leeg met als resultaat dat er geen agrarisch bedrijf meer over blijft. Onze inzet is een vitaal platteland, met een gezonde, groene en gewaardeerde landbouw. En met levendige dorpen met scholen, sportverenigingen en supermarkten. Dus geen kaalslag want boeren zijn onmisbaar voor een leefbaar platteland.’

Positie landbouw in keten en gebiedsprocessen
In de gebiedsprocessen en gebiedsplannen moet de landbouw volwaardig worden meegenomen. Stimuland constateert dat in deze processen voornamelijk belangenorganisaties aan tafel zitten en de stem van individuele bewoners en boeren onvoldoende geborgd is. Jansen: ‘Er is een enorme pot geld beschikbaar maar waar gaat dat geld heen? Het is belangrijk om oog te hebben voor de individuele bewoners en agrarische ondernemers in de gebieden zelf. Dat zij worden aangesproken, en worden uitgenodigd en verleid om mee te doen.’

‘Dit geldt ook voor de positie van boeren in de keten. Ketenpartijen hebben andere (financiële) belangen en zullen daarom minder geneigd zijn om een omslag te bewerkstelligen. Het risico is heel hoog dat de rekening voor deze transitie bij de boer gelegd wordt. De positie van de individuele boeren moet beschermd worden en initiatieven hiertoe moeten ondersteund worden’, sluit Jansen af.

Nieuwe verdienmodellen
Minister Staghouwer schetst ontwikkelrichtingen voor de landbouw en verwijst naar subsidieregelingen die beschikbaar zijn. Stapeling van subsidies is geen (nieuw) verdienmodel voor de landbouw merkt Stimuland op en wijst als voorbeeld naar de Wierdense boeren die zij ondersteunen en mee samenwerken. Zij hebben een manifest opgesteld met als uitgangspunt een beter verdienmodel voor boeren in Wierden en oplossingen voor waterberging, natuur en biodiversiteit. Dit manifest vormt de basis voor een op te richten (grond)coöperatie.

Boeren zijn zelf eigenaar van de coöperatie, gaan zelf de grond beheren als terrein beherende organisatie en de revenuen gaan terug naar de boeren in het gebied. Zo komt de menselijke maat ook weer terug, omdat wordt gehandeld vanuit vertrouwen in kennis en expertise van lokale bewoners en agrarische ondernemers.

Mede-initiatiefnemer Gerrit van der Kolk: ‘We willen als boeren weer regie krijgen over ons leven en onze familiebedrijven. Samen de schouders eronder zetten, zodat we als boeren sterker worden en minder afhankelijk van de grote ketenpartijen en de grillen en waan van de dag van de overheid. Wij hebben met hele grote zorgen kennisgenomen van de plannen. Specifiek betekent dit in ons gebied dat de boeren hun veestapel met 47-70% moeten inkrimpen. Dit geeft alleen nog maar meer de urgentie van ons initiatief aan want anders hebben wij geen toekomst meer in dit gebied en kunnen wij onze boerderijen niet meer doorgeven aan de volgende generatie die in veel gevallen klaar staat om het agrarisch bedrijf over te nemen. Wat ons ook steekt is dat de overheid zich niet baseert op feiten, maar modellen. Dat helpt niet voor het draagvlak.’

Stimuland en de Wierdense boeren roepen de ministers Staghouwer en Van der Wal op om het Wierdense initiatief te omarmen en te ondersteunen en met elkaar te verkennen of dit initiatief als bouwsteen kan dienen voor de opzet van een grootschalig programma om de boeren en het platteland in Nederland alsnog het broodnodige perspectief te geven.