19 april 2024
Home » Regionaal » Opnieuw vijf sterren voor Slaapcentrum SKB

Opnieuw vijf sterren voor Slaapcentrum SKB

203

Logo Scherpinbeeld

Ontdek het verleden van Groenlo

Duik in een rijke verzameling van meer dan 8.000 foto’s en films. Elke dag wordt een nieuwe oude foto toegevoegd. Deel jouw herinneringen bij elke foto!

Bekijk de collectie

WINTERSWIJK – Vrijdag 6 november jl. deelde de ApneuVereniging sterren uit aan slaapcentra die bovengemiddeld presteren. Het Slaapcentrum in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) in Winterswijk ontving opnieuw vijf sterren en staat daarmee in de top 5 van de slaapcentra die bovengemiddeld presteren.

De ApneuVereniging toetste de slaapcentra onder meer op hoe lang het duurt voordat men de diagnose heeft, de samenwerking tussen de specialismen, de deskundigheid, de wachttijd en de patiëntenvoorlichting. Op bijna alle onderdelen haalde het slaapcentrum in het SKB de hoogste score.

Samenwerking tussen specialismen
Zowel Lisette Drenthen, verpleegkundig specialist Longgeneeskunde, als Hans Hinderink, KNO-arts, zijn erg trots op het behaalde resultaat en op de betrokken collega’s van het Slaapcentrum. Voor de tweede keer vijf sterren en daarmee in de top vijf van de bovengemiddeld presterende slaapcentra, een geweldige prestatie. “Ons hele team staat dicht bij de patiënt en levert de best mogelijke zorg. Dat blijven we doen en waar mogelijk gaan we het nog beter doen,” aldus Hinderink.

Het slaapcentrum is geen fysieke afdeling in het ziekenhuis, maar een samenwerkingsvorm tussen de specialismen KNO, Longgeneeskunde, Neurologie en Kaakchirurgie. Wie door de huisarts wordt doorverwezen naar het slaapcentrum, komt eerst bij de KNO-arts. Op basis van een vragenlijst en de uitkomst van een slaaponderzoek wordt in een multidisciplinair overleg gekeken wie de patiënt het best kan behandelen. Dat kan een KNO arts zijn, maar ook een longarts, neuroloog of kaakchirurg.

Dicht bij de patiënt
De kracht van het slaapcentrum in het SKB zit ‘m in het feit dat de lijnen kort zijn. We hebben tweewekelijks overleg met het slaapteam en tussendoor weten we elkaar ook te vinden. “We kennen de patiënt,” vertelt Hinderink. “Patiënten met slaapapneu en snurkklachten zijn soms al onder behandeling bij de cardioloog of de longarts.”

Preventie kan klachten voorkomen
Het slaapcentrum richt zich niet alleen op de diagnose en behandeling maar ook op de preventie, het voorkomen van slaapapneu. Daarvoor zoeken ze de samenwerking met de huisartsen in de regio. Want snurken en slaapapneu kan ook door overgewicht, roken en/of te weinig beweging worden veroorzaakt. “Door intensiever samen te werken met de eerste lijn, kunnen we meer aandacht besteden aan de leefstijl en de conditie van de patiënt verbeteren. En dat heeft dan weer een gunstig effect op afname van de klachten,” aldus Hinderink.

De ervaring van patiënten telt
De ApneuVereniging houdt sinds 2004 jaarlijks een tevredenheidsonderzoek onder apneupatiënten. Uit het meest recente onderzoek waaraan ruim 3.600 patiënten meededen, en waarvan de resultaten op 6 november jl. werden gepresenteerd, blijkt dat patiënten de zorg in ons multidisciplinair Slaapcentrum als heel goed ervaren en waarderen. “We zijn heel blij met dit resultaat. Juist omdat alleen patiënten zijn gevraagd de zorg te beoordelen, is deze waardering zo waardevol,” voegt verpleegkundig specialist Lisette Drenthen toe.

Kader
Bij patiënten met OSAS (obstructief slaapapneu syndroom) stokt tijdens het slapen de ademhaling. Na een (vaak onbewuste) ontwaakreactie wordt de ademhaling hervat. Slaapapneu gaat vaak gepaard met heftig snurken. Mensen met OSAS hebben meer risico op het ontwikkelen van moeheid, hoge bloeddruk, longklachten en veel andere gezondheidsproblemen.

De behandeling van patiënten met OSAS bestaat in veel gevallen in het aanmeten van een CPAP. Dit is een masker dat de mond en/of neus bedekt en via een slang is gekoppeld aan een apparaat dat zorgt voor een positieve druk in de luchtwegen. Een andere behandeling is de houdingstherapie. Hierbij kan de patiënt een band om zijn middel krijgen die gaat trillen als hij op zijn rug gaat liggen. Is er sprake van een (relatief) te kleine onderkaak, dan helpt soms een MRA. Dit is een uitneembare beugel die de onderkaak ’s nachts naar voren houdt, waardoor de ademweg niet meer wordt geblokkeerd. Hiervoor werkt het Slaapcentrum nauw samen met tandarts Van der Wielen in Winterswijk. Wordt het snurken door een verstopte neus veroorzaakt, dan is dat poliklinisch vaak heel goed op te lossen met de RFTB (radiofrequente thermotherapie) behandeling. Door radiogolven kan ook de tongbasis worden verstevigd, waardoor de tong minder snel naar achteren valt. Ook zijn operaties aan het gehemelte mogelijk. Een nieuwe techniek is een pacemaker in de tong die ervoor zorgt dat de tongspier aanspant. Voor deze ingreep wordt de patiënt doorverwezen naar een ander ziekenhuis.