Home » Oost Gelre handhaaft op geconstateerde overtredingen Rompa/HPT

Oost Gelre handhaaft op geconstateerde overtredingen Rompa/HPT

166

Rompa/HPT dient bezwaar in en vecht handhavingsactie aan bij Raad van State

Het college van B&W van Oost Gelre handhaaft op geconstateerde overtredingen van het bedrijf Rompa/HPT in Lichtenvoorde. Het bedrijf heeft hiertegen inmiddels bezwaar ingediend en stapt ook naar de rechter. De handhavingsactie is ingezet nadat Rompa/HPT de aanvraag voor een nieuwe vergunning heeft ingetrokken. Daarnaast gaat het college als reactie op het intrekken van de aanvraag ambtshalve regels opleggen, als eerste gericht op het beperken van de geuroverlast voor de omgeving.

Het college heeft vrijdag 1 maart 2019 aan Rompa/HPT een zogenaamde ‘Vooraankondiging last onder dwangsom’ gestuurd. Daarin wordt het bedrijf opgeroepen de geconstateerde overtredingen te doen ophouden. Daarnaast is diezelfde vrijdag op basis van bestuursdwang een gevaarlijke stof verwijderd die in een te grote hoeveelheid aanwezig was en niet op de juiste manier was opgeslagen. Voor wat betreft andere geconstateerde overtredingen heeft het bedrijf twee weken de tijd om te reageren, daarna moet het bedrijf ook werk maken van het opheffen van deze overtredingen.

Rompa/HPT naar de rechter
Inmiddels heeft het bedrijf gereageerd op de aanschrijving van de gemeente. Het bedrijf heeft officieel bezwaar ingediend tegen de bestuursdwang. Ook stelt het bedrijf de gemeente aansprakelijk voor de geleden schade. Volgens Rompa/HPT is het productieproces deels stil komen te liggen door de handhavingsactie van de gemeente. Daarnaast heeft het bedrijf een voorlopige voorziening aangevraagd bij de Raad van State. Daarin verzoekt het bedrijf de Raad van State om de maatregelen van de gemeente ongedaan te maken.

Aanleiding handhavingsactie
Rompa/HPT heeft op 11 januari 2019 de aanvraag voor een  nieuwe vergunning ingetrokken. Dit tot verbazing van het college. Door het intrekken van de aanvraag verviel op dat moment de grondslag voor de nieuwe vergunning. Daarmee valt het bedrijf terug op de milieuvergunning van 2001/2002. En moet het dus ook voldoen aan de voorwaarden en maatregelen in die vergunning. Het college spreekt het bedrijf aan op haar eigen verantwoordelijkheid richting de omgeving als het gaat om een goede en veilige bedrijfsvoering. Het College zet deze oproep kracht bij door naast de handhavingsactie ook ambtshalve maatregelen op te leggen, als eerste het opleggen van de zwaarst mogelijke maatregelen om geuroverlast tegen te gaan.

Controle op vergunning 2001/2002
Direct na het intrekken van de aanvraag door Rompa/HPT heeft de gemeente een controle uit laten voeren bij het bedrijf. De controle is uitgevoerd door de Omgevingsdienst Achterhoek, de Brandweer (Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland) en het Waterschap Rijn en IJssel. Met het intrekken van de aanvraag verviel immers ook uit het uitzicht op legalisering van de huidige activiteiten van Rompa/HPT, voor zover ze binnen die nieuwe vergunning zouden passen. De controle was er daarom op gericht het bedrijf te toetsen aan de voorwaarden en maatregelen uit de vergunning van 2001/2002.

Geconstateerde overtredingen
Bij de controle zijn diverse activiteiten geconstateerd die niet overeenkomen met de vergunning 2001/2002. Voorbeelden van overtredingen zijn bijvoorbeeld dat het bedrijf voor de verwerking van huiden chemicaliën gebruikt die niet in die hoeveelheden vergund zijn. Ook zijn er teveel chemicaliën opgeslagen en niet op de juiste wijze. Deze chemicaliën worden aangemerkt als gevaarlijke stoffen. Verder heeft het bedrijf haar werktijden uitgebreid naar een volcontinu bedrijf, waar in de vergunde situatie beperkte bedrijfstijden zijn opgenomen. Ook is de indeling van het bedrijf veranderd ten opzichte van de vergunde situatie. Een aantal ruimtes heeft een andere functiegebruik gekregen.

Ambtshalve opleggen maatregelen
Naast het handhavingstraject houdt het college vast aan de ingezette lijn om ambtshalve maatregelen op te leggen die met name de geuroverlast voor de omgeving moeten beperken. Ook al dient het bedrijf een nieuwe aanvraag in, dan nog zet het college deze actie voort om met name voor de geuroverlast de zwaarst mogelijke maatregelen af te dwingen. Immers het college heeft geen garanties dat ook een nieuwe aanvraag weer wordt ingetrokken. Het ambtshalve opleggen van die maatregelen neemt wel meer tijd in beslag vanwege de procedure die daarvoor nodig is, maar het college stelt alles in het werk om dit zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen.

Al eerder heeft het college zich uitgesproken over de verhardende zakelijke relatie tussen de gemeente en Rompa/HPT. Het bedrijf is als eerste verantwoordelijk voor een goede en veilige bedrijfsvoering in relatie tot de zorgplicht voor haar werknemers en voor de omgeving. Daarom betreuren we dat het bedrijf nu bezwaar maakt tegen de door ons opgelegde bestuursdwang en dat het daarvoor naar de rechter stapt.

Vasthouden aan ingezette lijn
Ondanks het ingediende bezwaar door Rompa/HPT en de mogelijke rechtsgang door het bedrijf houdt het college vast aan de ingezette lijn. Na het intrekken van de aanvraag door Rompa/HPT heeft het college op 8 februari een informatiebijeenkomst voor de buurt gehouden. Daar werd een toelichting gegeven op de nieuwe situatie die is ontstaan. Ook heeft het college daar de route geschetst die de gemeente nu volgt. De acties die het college nu uitvoert zijn in lijn met de gemaakte afspraken om het bedrijf binnen de voorwaarden van de vergunning te laten opereren en de zwaarst mogelijke maatregelen af te dwingen om de geuroverlast te beperken.