Toen de stoomtram door Oost Gelre tufte: van Bello tot erfgoed
Streekverhaal – Ooit tufte de stoomtram dwars door Oost Gelre en stond het station van Groenlo symbool voor vooruitgang. Nu rijden er geen treinen meer, maar de herinnering leeft voort in het station, het Trampad en de locomotief die vrijwilligers hebben teruggebracht. Een reis door verleden en heden van Bello, de bijnaam van de GOLS-tram.
Iedere zondag deelt Streekgids.nl een streekverhaal: verhalen die het verleden en heden van de Achterhoek met elkaar verbinden. Deze keer nemen we u mee naar de tijd dat de stoomtram – liefkozend “Bello” genoemd – door Groenlo en Winterswijk tufte.
Wie in de late 19e eeuw in Groenlo of Winterswijk woonde, kende het geluid. Het doffe gebonk van wielen op rails, de scherpe fluit die over de weilanden echode en de bel die bij vertrek luid sloeg. De stoomtram van de Geldersch-Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij, kortweg GOLS, bracht moderniteit naar de Achterhoek. Voor het eerst werden dorpen als Groenlo en Neede verbonden met Winterswijk en Twente, en werd de wereld groter voor boeren, scholieren en kerkgangers. Vandaag is de tram verdwenen, maar het verhaal leeft voort – in herinneringen, in het landschap en in het station van Groenlo, waar vrijwilligers erfgoed opnieuw tot leven brengen.
De opkomst van de GOLS
De oorsprong van dit spooravontuur lag in de Lokaalspoorwet van 1878. Die maakte de aanleg van goedkopere spoorlijnen mogelijk: lichter gebouwd, eenvoudiger beveiligd en met een snelheid van maximaal dertig kilometer per uur. De bijnaam “Bello” ontstond al snel, naar de bel op de locomotief die bij vertrek luidde. De grote drijvende kracht achter de spoorplannen was de Winterswijkse textielfabrikant Jan Willink. Hij wilde de Achterhoek verbinden met de textielgebieden van Twente. Samen met notabelen richtte hij in 1881 de Geldersch-Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij (GOLS) op. Enkele jaren later was de lijn Winterswijk–Neede een feit, met een eigen station in Groenlo.
Station Groenlo en het dagelijks leven
Het station aan de Spoorstraat gaf Groenlo een nieuwe poort naar de regio. Vanuit hier kon men via Neede door naar Enschede, of via Winterswijk naar Duitsland. Het station kreeg ook aansluitingen op lokale bedrijven: de houtzagerij Nahuis, een steenfabriek en het slachthuis gebruikten de spoorlijn om goederen te vervoeren.
Voor inwoners van Groenlo en omgeving was het meer dan een praktische voorziening. Het station stond symbool voor vooruitgang. Jongeren konden makkelijker naar school, boeren brachten hun producten sneller naar de markt en ook kerkgangers maakten gebruik van de tram.
Een bijzonder voorbeeld van dat spoorerfgoed is het Trampad, de naam die in de volksmond nog altijd wordt gebruikt voor delen van het oude tracé van de lijn Winterswijk–Neede. Hoewel de tram al in 1937 verdween, bleef de naam hangen. Wie er vandaag fietst of wandelt, volgt letterlijk het pad waar Bello ooit door het Achterhoekse landschap tufte.
Het einde en wat bleef
De bloei van de stoomtram was niet blijvend. Vanaf de jaren dertig maakten bussen en auto’s de tram minder noodzakelijk. Op 3 oktober 1937 werd de reizigersdienst Winterswijk–Neede opgeheven en namen buslijnen van de Geldersche Tramwegen het vervoer over. Het goederenvervoer hield nog enkele decennia stand, tot 1972 tussen Winterswijk en Borculo. In 1977 werden de sporen opgebroken.
Wat bleef, waren sporen in het landschap: het station van Groenlo zelf, oude spoordijken en het Trampad. In 1995 werd het stationsgebouw gerestaureerd en kreeg het een nieuwe functie als woonhuis. Voor velen bleven de herinneringen levend: aan het wachten bij de spoorwegovergang, aan het vertrouwde geluid van de bel en aan de ritten naar school of kerk.
Herleving vandaag
Op 25 januari 2017 keerde er opnieuw een locomotief terug bij het station. Onder grote belangstelling werd een ‘sik’, een type dat vroeger op de GOLS-lijn reed, met een hijskraan op een nieuw aangelegd spoor van honderd meter geplaatst. Ook een historische wagon kreeg er een plek, bedoeld als expositieruimte over de geschiedenis van de spoorlijn.
Het initiatief kwam van Ronald Wopereis, bewoner van het stationsgebouw, en werd mogelijk gemaakt door stichting De Locomotor. De plaatsing maakte deel uit van een breder project om de route tussen Marveld Recreatie en het centrum van Groenlo aantrekkelijker te maken. Toenmalig wethouder René Hoijtink sprak van “een mijlpaal in de uitvoering van Programma Stad Groenlo”. Toenmalig wethouder Marieke Frank benadrukte het belang voor toerisme: “De komst van de locomotief en de wagon is een aanwinst voor de vestingstad.”
Sindsdien is de locomotief door vrijwilligers teruggebracht in zijn oorspronkelijke groene kleur. Ook werken zij aan de restauratie van de wagon. Zo is het station opnieuw een plek van beleving geworden: niet meer als vervoersknooppunt, maar als levend monument dat de geschiedenis tastbaar maakt.
Verbonden door verleden en heden
Het verhaal van de stoomtram laat zien hoe belangrijk verbindingen altijd zijn geweest in de Achterhoek. Eerst de kerkepaden, later de spoorlijnen, en vandaag de fietspaden die over diezelfde routes lopen. De essentie is dezelfde gebleven: mensen met elkaar verbinden.
📩 Streekverhalen maken we samen
Heeft u zelf nog herinneringen, oude foto’s of tips die aansluiten bij dit onderwerp?
Laat het ons weten via redactie@streekgids.nl.
Misschien nemen we uw verhaal mee in een volgend Streekverhaal.
Foutjes, opmerkingen, nieuws, activiteit of als je iets opmerkelijks hebt gefotografeerd?
📧 Stuur je tip inLezers tippen
Nog geen lezers-tips bij dit bericht. Heb jij een tip? Deel ’m hieronder 👇