Gemeenteraad wijst Lichtenvoorde-Zuid af als werklocatie

LICHTENVOORDE – De gemeenteraad van Oost Gelre heeft op dinsdag 8 juli besloten om Lichtenvoorde-Zuid, het gebied rondom de Varsseveldseweg, niet aan te wijzen als toekomstige uitbreidingslocatie voor bedrijvigheid. Daarmee vervalt ook het voorlopige voorkeursrecht dat eerder door het college was vastgesteld voor diverse percelen in dit gebied.

Duidelijkheid voor grondeigenaren en omwonenden
Door het vervallen van het voorkeursrecht hoeven grondeigenaren hun grond niet meer eerst aan de gemeente aan te bieden. Dit zorgt voor duidelijkheid bij bewoners en ondernemers in de omgeving van de Varsseveldseweg.

Geen nieuwe onderzoeken naar andere locaties
De gemeente geeft aan voorlopig geen nieuwe zoeklocaties voor bedrijventerreinen te gaan onderzoeken. Gebieden zoals De Kamp (Vragender en Lievelde) zijn nadrukkelijk uitgesloten vanwege factoren als waterhuishouding, versnipperd eigendom, natuurwaarden en landschappelijke impact.

Ook geen woningbouw aan de Varsseveldseweg
Tijdens de raadsvergadering werd geopperd om het gebied dan te gebruiken voor woningbouw. De gemeente ziet daar echter van af, mede omdat er recent al twee woningbouwlocaties zijn aangewezen: de voormalige Vitelco Leather-locatie en percelen aan de Aaltenseweg 84-86. Hiermee is er volgens de gemeente voldoende capaciteit voor woningbouw in Lichtenvoorde voor de komende jaren.

Focus op bestaande bedrijventerreinen
De aandacht gaat nu uit naar verbetering van bestaande terreinen, met name bedrijventerrein De Kamp. In samenwerking met de Industriële Kring Groenlo Lichtenvoorde (IKGL) en ondernemers wordt gekeken naar mogelijkheden voor herinrichting, verduurzaming en het oplossen van knelpunten zoals parkeren en infrastructuur.

Wethouder Schutten: “We gaan ons bezinnen”
Wethouder Arjen Schutten noemt het besluit een belangrijk moment: “Dit betekent dat we voor nu geen toekomstige bedrijfslocatie hebben gekozen. We gaan ons bezinnen op de vervolgstappen. We blijven werken aan een toekomstbestendige aanpak van onze woningbouw- en bedrijfslocaties, met respect voor het landschap en de leefomgeving.”